Hoofdmenu:
De vereniging > Verleden en heden
Voorgeschiedenis
De heer G. Statius-Muller schrijft in een stukje over de geschiedenis van de Vereniging voor Protestants Christelijk Onderwijs op Curaçao (1984) dat de behoefte aan een eigen vereniging pas halverwege de jaren dertig begon te ontstaan, omdat daar de protestantse inbreng in het openbare onderwijs erg groot was. Hierin kwam begin jaren dertig verandering, wat bijv. leidde tot het aanstellen van de heer John Horris Sprockel (Katholiek) als hoofd van de openbare Hendrikschool. Daartegen werd vanuit Protestantse kringen destijds heftig geprotesteerd.
Eind 1938 vinden de eerste contacten plaats tussen vertegenwoordigers van de verschillende Protestantse kerken op Curaçao. Op initiatief van o.a. ds. Kroeze van de Gereformeerde kerk te Mundo Nobo en ds. Millet de St. Aubin van de Verenigde Protestantse Gemeente wordt op 20 januari 1939 "De Vereeniging voor Christelijk Onderwijs en Opvoeding" opgericht. Deze voorloper van de V.P.C.O. zal blijven bestaan tot halverwege 1951! Het bestuur van de vereniging bestaat uit 7 leden waaronder de heren H. Tiesma, H.J. Rijsdijk en A.A. Kleyn. Secretaris is mr. F. Ph. Bichon van IJsselmonde die in de begintijd veel werk verricht voor de vereniging. Het doel van de vereniging is: "De oprichting, instandhouding en ontwikkeling van Protestants-Christelijk onderwijs en opvoedingsinrichtingen op Curaçao". De grondslag: "De erkenning dat Jezus Christus is de eniggeboren Zone Gods, de zaligmaker der wereld en de Bijbel stelt als richtsnoer voor haar doen en laten". Het gouvernement geeft een behoefte-erkenning voor het oprichten van een protestants christelijke school af en men wil de school bouwen op een terrein te Mundo Nobo naast de toenmalige Gereformeerde kerk in de Laufferstraat. Via een intekenactie voor donateurs worden de nodige financiën voor de bouw bijeen gekregen. Door de bezetting van Nederland in mei 1940 blijkt het echter onmogelijk om leerkrachten te krijgen. Ook een poging om de benodigde leerkrachten uit het toenmalige Nederlands Oost-Indië te halen mislukt en men besluit om de schoolplannen te staken.
Pas op 11 januari 1950 komen vertegenwoordigers van de verschillende protestantse gemeenten op Curaçao voor het eerst sinds de oorlog weer bij elkaar. Later zal deze bijeenkomst door de mensen van het eerste uur genoemd worden als de start van de V.P.C.O. Deze vergadering wordt geleid door ds. A.W. Wymenga. Naast ds. Wymenga zijn op deze bijeenkomst aanwezig: Ds. C. Th. Steenstra en de heren W. de Boer, D. Dijkstra, A. Hijmering, C. Klapwijk, H. Nachtegaal, G. Nijdam, H. van Nieuwkerk, H.J. Rijsdijk, J. Schotte, H. Tiesma en R.A. Willems. Tijdens deze vergadering komt naar voren dat ouders hun kind waarschijnlijk op een school dicht bij huis zullen plaatsen en dat er dus gestreefd moet worden naar de bouw van meer scholen in verschillende wijken bv. 1 in Otrabanda, 1 aan Pundazijde, 1 te Mahaai en 1 te Groot Kwartier. Daarnaast wil men proberen aan elke school een kleuterklas te verbinden. Men besluit een voorlopig comité op te richten en een geheel nieuw bestuur samen te stellen. Hierin zullen 7 leden zitting nemen t.w. 2 van de Gereformeerde kerk (van Mundo Nobo), 2 van de P.G. Emmastad, 2 van de V.P.G. Willemstad en 1 van de Evangelische Broedergemeente. In dit voorlopig bestuur nemen de heer drs. W. de Boer als voorzitter en de heren R.A. Willems, D. Dijkstra en C. Klapwijk zitting. Later voegen zich de heren ds. C.C. Pijpers, G.L. Sedney en H. Muskus daarbij. Een maand na de oprichting vraagt de heer De Boer om medewerking aan de NV Curaçaosche Petroleum Industrie Maatschappij (Shell) en aan de Curaçaosche Stoomboot Maatschappij, mede omdat "de plannen ook weerklank vinden bij vele employé's van uwe maatschappijen". Later zal met name de steun van C.P.I.M. van groot belang voor het voortbestaan van de vereniging blijken te zijn. De voortvarende aanpak van het nieuwe voorlopige bestuur en in het bijzonder van de voorzitter drs. Willem de Boer wordt direct duidelijk.