Hoofdmenu:
De vereniging > Verleden en heden
Salinja
In 1952 moet het schoolgebouw aan de Frederikstraat, volgens afspraak, teruggeven worden aan het Gouvernement. In plaats daarvan krijgt de vereniging de beschikking over de oude Willem de Zwijgerschool die ook gelegen was in de Frederikstraat. Dit gebouw verkeert in een zeer slechte staat en is dus beslist geen verbetering. Desondanks wordt besloten het gebouw aan te houden, omdat niet alle leerlingen in de school op Rio Canario kunnen worden ondergebracht. Wel koopt de vereniging van ene heer Bakhuis voor nafl. 5 p/m2 een stuk grond op Salinja In september 1957 wordt het gebouw aan de Frederikstraat teruggegeven aan het Gouvernement en start de Marnix onderbouw te Salinja. De heer V.d. Weyde wordt het eerste hoofd aan de onderbouw van de Marnixschool te Salinja.
In september 1958 start ook de bovenbouw onder leiding van de heer J. v. Rijsbergen. Vanuit de leerkrachten komt het verzoek aan het bestuur om aan het complex te Salinja de naam van dr. Albert Schweitzer te verbinden. Er wordt een brief geschreven naar dr. Albert Schweitzer en op 27 december 1958 geeft dr. Albert Schweitzer in een antwoordbrief persoonlijk zijn goedkeuring. Het scholencomplex wordt in het voorjaar van 1959 officieel omgedoopt in dr. Albert Schweitzer scholen voor onder- en bovenbouw.
Tot zover een reconstructie van de eerste jaren. Natuurlijk zijn er in de jaren erna nog veel memorabele momenten geweest, zoals de bouw van de dr. Albert Schweitzer kleuterschool en de bouw van de Divi Divi LOM school. Zoals ik in de inleiding al opmerkte werd 20 april 1970 het 20-jarig jubileum van de vereniging gevierd. Op dat moment was de heer J. Doeve voorzitter van de vereniging. Dat was op zich al iets bijzonders, want de heer Doeve was ook al aanwezig bij de oprichtingsvergadering van 20 april 1950 en was sindsdien in verschillende functies de vereniging steeds trouw gebleven. In het eerste bestuur was de heer Doeve 2e penningmeester en in die functie belast met de inning van de contributiegelden. In een brief aan de leden gedateerd 12 april 1951 stelt het bestuur: "De (statutair) aftredende bestuursleden, t.w. de heren Gerhardt en Doeve stellen zich terstond herkiesbaar. Het Bestuur juicht dit toe, daar dit juist onze beide krachten zijn, die wat de financiën betreft, momenteel in de huidige plannen van onze Vereniging onmisbaar zijn".