Hoofdmenu:
De vereniging > Onderwijs
Funderend Onderwijs (in een notendop)
zie over dit onderwerp ook de website van de FIdE: www.fide.an
In het rapport “Stappen naar een betere toekomst” (maart 1995) wordt uitgelegd hoe het onderwijs aan onze jonge kinderen in de komende decennia eruit zal zien. De reacties op dit rapport zijn verwerkt in “Stappen naar een betere toekomst, reacties en commentaar”. Deze reacties op het eerste beleidsdocument zijn vervolgens meegenomen bij de ontwikkeling van het “Invoeringsplan Funderend Onderwijs Nederlandse Antillen”.
De doelstelling van het Funderend Onderwijs kan als volgt worden omschreven:
Algemene vorming geven aan de leerling om te kunnen functioneren binnen de Antilliaanse maatschappij, in de regio en de wereld, uitgaande van de eigen culturele identiteit.
Enkele illustraties over formuleringen van het Funderend Onderwijs zijn:
elk kind is uniek
de bestrijding van tweedeling tussen “have’s” en “have nots”
de eenheid in verscheidenheid tussen scholen
een basiscurriculum met mogelijkheden voor ontwikkelingsmaximalisering
het streven naar rechtvaardigheid
Het streven is om in een periode van tien jaar de basis, het fundament voor het verdere leven te leggen. Gedurende deze tijd leert het kind naast de vaardigheid om te lezen, te schrijven en te rekenen, ook onder andere assertiviteit, flexibiliteit, verantwoordelijkheidsbesef, dienstbaarheid, een grotere zelfstandigheid en meer zelfvertrouwen. Het Funderend Onderwijs geeft kinderen daarmee een stevige basis voor het vervolgonderwijs. De periode van 10 jaar wordt onderverdeeld in drie cycli. In het schema hieronder vindt u een overzicht van deze onderverdeling.
Cyclus 1
4 – 8 jarigen - Huidige kleuterschool + klas 1 Basisschool
Cyclus 2
8 – 12 jarigen - Huidige Basisschool klas 2 – 6
Cyclus 3
12 – 15 jarigen - Huidige Basisvorming (klas 1 en 2 Voortgezet Onderwijs)
Onderwijs is geen doel op zichzelf; het is slechts een middel om een doel te bereiken. Dat doel zou omschreven kunnen worden als een gelukkig leven d.m.v. een kwalitatief hoog bestaan. Het moet daarom duidelijk zijn dat onze leerlingen niet leren voor de school, maar voor zichzelf om uiteindelijk hun levensdoelen te realiseren. Het onderwijs dient dan ook zodanig te worden ingericht, dat het kind onderwijs ervaart als een deel van het leven, als iets wat erbij hoort, maar tegelijkertijd prettig is, m.a.w. kindgericht onderwijs.
Wat moeten de leerlingen in het Funderend Onderwijs leren, ofwel wat moet er in het basiscurriculum komen te staan? We onderscheiden de volgende educatiegebieden:
Taal, geletterdheid en communicatie
Moedertaal (Papiamentu / Engels)
Nederlands
Vreemde taal (Spaans, Engels, Frans)
Wiskunde
Mens- en Maatschappij
Afgeleid van vakken Maatschappijleer, Aardrijkskunde en Geschiedenis
Mens natuur en technologie
Afgeleid van vakken Kennis der Natuur, Biologie, Scheikunde en Natuurkunde
Culturele en Artistieke Vorming
Afgeleid van vakken Muziek, Handvaardigheid, Tekenen Drama, Dans
Gezonde levensstijl en Bewegingsonderwijs
Gezonde levensstijl = een nieuw educatiegebied
Sociale-emotionele ontwikkeling
Nieuw educatiegebied
Levensbeschouwelijke vorming
Nieuw naast godsdienstonderwijs
Kern- en tussendoelen zijn een middel van de Antilliaanse overheid om aan onderwijsgevenden, ouders en andere groepen duidelijk te maken hoe zij het onderwijs aan jonge kinderen ziet. Deze kerndoelen zijn tot stand gekomen in samenwerking met alle stake holders, m.a.w. ze geven datgene aan wat wij als maatschappij belangrijk vinden dat de kinderen op school leren. Daarom worden kern- en tussendoelen in de wet opgenomen. Zij beschrijven datgene wat in elk geval aan de orde moet komen. Deze kern- en tussendoelen zullen dan ook verder uitgewerkt moeten worden in vakleerplannen.
(naar gegevens van het Departement van Onderwijs – oktober 2001)